Hoe behouden we voldoende werkgelegenheid en mogelijkheden tot economische groei in het havengebied zonder verdere gebiedsuitbreiding en met een beperkte milieubelasting? Bestuurders, raads- en statenleden en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven gingen op 4 november in het Inntel Hotel in Zaandam hierover in discussie.

In opdracht van GroenLinks Noord-Holland onderzocht onderzoeksbureau CE Delft in maart 2010 het antwoord op deze vraag. Jack Steijn (directeur ondernemersver. Oram) vond het rapport 'conservatief' en trof hierin geen voorwaarden aan ten aanzien van de realisatie. Zo noemde hij een intensievere benutting en 'geen woningbouw in de milieuruimte van het havengebied'. Ook vindt hij dat de overheid moet investeren in zonnepanelen, iets waarvoor de vele opslagloodsen in de Amsterdamse haven zich uitstekend lenen.

Raadslid Jan Hoek van GroenLinks Amsterdam pleit ook voor het verstandig omgaan met ruimte. Hij vindt dat bedrijven moeten clusteren en elkaar optimaal moeten benutten en geeft als voorbeeld het gebruik van elkaars afvalstoffen (hergebruik). Er zitten ideeën in het rapport, maar het is allemaal karig, zegt hij. Jan Hoek is ook van mening dat de internationale voorwaarden moeten worden aangepast, bijvoorbeeld op gebied van de vervuiling van schepen. Zonder deze voorwaarden worden er nooit stappen gezet.

Uit Velsen was, behalve de GroenLinks fractie, alleen Gert Jan van der Hulst van het CDA aanwezig. Ernst wees de niet Velsenaren op de vele activiteiten met een grote milieu impact. De belasting voor IJmuiden zit aan de top, zegt hij. Hij wijst ook op het gevaar van de steeds maar groeiende benzine industrie in Amsterdam. Al die schepen gaan op en neer het Noordzeekanaal over.

Verder stelden wij als fractie, dat indien er geen grens wordt gepaald ten aanzien van de uitbreiding van bedrijfs- en woongebied, of dat de al bepaalde grenzen (rood en groen) telkens worden verschoven met wijzigingen van bestemmingsplannen, dit gebied uiteindelijk onleefbaar wordt.

Unaniem was men van mening, dat alleen een goede samenwerking tussen alle partijen kan leiden tot het beoogde doel. Geopperd werd om een discussie als deze met enige frequentie te organiseren.

(op de afbeelding: Jan Hoek)