Op woensdag 26 oktober organiseerde GroenLinks Velsen een thema-avond over Energie in het Pieter Vermeulen Museum in Driehuis. Het bestuur nodigde drie sprekers uit: Chiel Groenhart, Ton Trijssenaar en Ton van Dril. Drie mannen, die vanuit drie volkomen verschillende disciplines samen een glashelder beeld schetsten van de problematiek van onze menselijke energiebehoefte en de invloed daarvan op ons milieu.
Chiel Groenhart, bioloog/vegetatiekundige en oecoloog, nam ons mee naar de 'stofwisseling' van een groen plantenblad, dat model stond voor ons volledige oecologische systeem. Simpel gezegd, als je ergens in dat blad de circulatie belemmert, dan sterft het. Die belemmering kan bestaan uit tal van factoren, zoals extreme kou of hitte, maar ook te weinig of teveel water, zonlicht, CO2 en nog veel meer.
Datzelfde geldt voor onze aarde: de 'stofwisseling' vereist een evenwicht. Verstoor je dit evenwicht, dan wordt de aarde ziek en sterft. Zijn conclusie is dan ook bijzonder pessimistisch. Het is de mens die in aantal en hoeveelheid wensen het oecosysteem overbelast. Oplossingen zullen we daarom binnen de biologische wetten moeten zoeken. Tijdelijke alternatieve energiebronnen bieden ter overbrugging uitkomst. Maar op lange termijn bieden die nooit de oplossing. Wij moeten streven naar minder mensen en veel minder wensen.
Ton Trijssenaar, onderzoeker Energie en Duurzame Ontwikkeling, gaf een terugblik op de ontwikkeling van duurzame energiebronnen in de afgelopen veertig jaar en kijkt naar wat zich nu al voor de komende veertig jaar begint af te tekenen. Uitgangspunt is de technologische ontwikkeling van de diverse opties en de toepassingsontwikkelingen die daar achteraan komen. Als voorbeeld dient de ontwikkeling van de luchtvaart zoals die zich vóór en na de oliecrises heeft afgetekend.
De opties die de revue passeren zijn wind, biobrandstof, passieve zonne-energie, zonnestroom en besparing. Alle vormen van energieopwekking hebben echter ook een 'concurrentie', een nadelig effect. Bij iedere nieuwe vorm moet altijd weer blijken, wat de 'concurrentie' zal zijn. Toenemende informatie en kennis, zegt hij, schept de mogelijkheid voor vergaande energie-efficiëntie en ook voor rechtstreekse productie vanuit zonlicht. En denk daar nog eens 40 jaar in vooruit!
Ton van Dril, groepsleider en onderzoeker bij ECN, is net als Groenhart een behoorlijke doemdenker. Het is ook zijn vak om kritisch te zijn. Wil je in 2050 80% vermindering van de CO2 uitstoot, dan moet je nu al jaarlijks met 2% reduceren, maar het gebruik van fossiele energie groeit nog steeds. Hij noemt biomassa, zon, wind, elektrificatie, nucleaire energie, energiebesparing, CO2 afvang en opslag als middelen om het broeikaseffect tegen te gaan. Maar niets is eindeloos mogelijk. Bijvoorbeeld: Nederland zou dan 100 tot 150 windparken moeten hebben of 300 vierkante kilometer zonnepanelen voor de helft van de energievoorziening. Op een vraag hoeveel kerncentrales er nodig zouden zijn voor vrijwel de gehele energievoorziening, kwam hij op 40 tot 45 centrales!
Zijn conclusie: alle vormen van opwekking zijn nodig, samen met behoorlijke bezuinigingen op verbruik. Over de kosten was van Dril wel positief: 10 miljard per jaar tot 2016. Maar zegt hij, als je de huidige begroting ziet, valt dat best mee. Dat moet te doen zijn. Alleen hoeven we dat van dit kabinet niet te verwachten. Momenteel wordt per jaar 1,4 miljard voor de vermindering van de CO2 uitstoot gereserveerd!